
De titel hebben wij geleend uit de bundel "Met de HH op pad door gansch het land. De oprechte belevenissen van Don Francesco en Don Henrique, Bezige Wesp nr 1290 AA". Naar onze kennis en wetenswaardigheden volledig uitverkocht.

Natuurlijk bestond een deel van de voorbereiding uit een voortreffelijk onderzoek naar weersgesteldheid en met een achteraf kennis had je kunnen weten dat het niet droog zou blijven. Maar vooraf leek het de goede kant op te gaan, ook met de HH.
Voor onbepaalde tijd zou de auto worden geparkeerd zowel voor als direct bij de kerk, dat kon toen og gewoon. Terwijl HF zelfs precies wist waar de paraplu zich bevond was dat hoe dan ook niet alhier. Van meeneming geen sprake. HH had de ruime wandelbroek aan en was wel voorzien van een dergelijk attribuut. Niet dat het hielp overigens. HF deed rituelen, HH kon alvast de verslaglegging doen.


Wandelen langs het water bij grijs weer en regen dreiging. Wie wil dit niet?
Als HH konden we daar niet lang bij stilstaan, want vooruit met de geit.
Wat opviel is de veelheid aan water en het nuttige verpozen. Sommigen met behoorlijke onderkomens, voor een ander was dat slechts uiterlijk vertoon en deed men niet mee.


Vergezeld van klauter partijen en door en langs het gras, weilanden, koeien etc konden wij dan toch eindelijk verder. Hierbij was het devies om de onheilspellende luchten in de gaten te houden.
Sommigen hebben huizen en verblijven alwaar per boot uitsluitsel geeft en niet anders. Dat niet iedereen de stuurmanskunst op de juiste waarde kan schatten is jammer edoch verwerpelijk.
Eerst was sprake van onder het wegdek lunchen maar we dachten er verstandiger aan te doen iets verder een auto afdek te zoeken alwaar:
- geschuild kon worden
- de hammetjes naar binnen konden worden gewerkt.
Dat ging allemaal maar net goed.


Klaarblijkelijk kon het ook terug en zodoende was de boekenkast deels gevuld en dronken wij nieuwe zaken, ENKEL van HJ en een heerlijk blond kasteel. Natuurlijk hoorden hier 8 ballen bij.
Tot zover.